Stel je voor dat je in het zand zit na een dagje op de promenade te hebben doorgebracht, kijkend naar drie surfers die naar buiten peddelen, hun armen snel door het water bewegen terwijl ze op en neer gaan met het getij. Ze verdwijnen in de verte en komen dan weer tevoorschijn, scheerend over een tongolf. De snelheid, de drop, de manier waarop hun benen zwaaien – het zal je naar binnen lokken. Je zult het willen proberen, en je zou het moeten proberen. Surfen is geweldig. Het is een adrenalinestoot, een manier om te ontspannen en je geest tot rust te brengen, en het is zeer de moeite waard.
Surfers hebben de neiging om het er gemakkelijk uit te laten zien. Ze zorgen voor de juiste houding, balanceren op hun planken en manoeuvreren door het water alsof ze voor de kust zijn geboren. Maar het perfectioneren van die technieken, vooral staand, kan maanden, zo niet jaren duren, en je moet beginnen door te leren peddelen, op je board zitten en opduiken. Dat vergt constante oefening. Je hoeft geen strandliefhebber te worden en elke seconde op het water door te brengen, maar je moet er wel moeite voor doen, zoveel mogelijk uitgaan en de basisgevaren leren waarmee elke surfer wordt geconfronteerd.
Surfen is niet alleen een sport; het is een levensstijl, een die gepaard gaat met zijn eigen cultuur, etiquette, zelfs een schema van getijden en deining, die je allemaal zult moeten leren, samen met de basisprincipes van evenwicht en zwemmen.
Als je met de rest de golven wilt trotseren, heb je een goede instructeur nodig, iemand met ervaring die je alle gevaren en alle trucs kan laten zien die je nodig hebt om veilig uit te peddelen. Daarom is het zo’n goed idee om een surfkamp in San Diego uit te proberen, waar de cultuur draait om het strandleven. De lokale bevolking gedijt daar zowel op het land als op zee. Ze brengen hun leven door – niet tussen vier muren, maar op het strand, zittend rond vreugdevuren, peddelend ‘s morgens en’ s avonds. Zij kennen het water als geen ander en zullen die kennis aan jou doorgeven.